dinsdag 29 juli 2008

Van de vriendenkring, commentaren en de missie ad.1817-2001




Het wordt weer tijd terug te zien op het verleden en de toestand van het Cultuurhistorisch Millsche Erfgoed. Er komen nog steeds reac­ties binnen n.a.v. de verhalen van onze VRIENDEN­KRING VAN MYLLESHEEM. Soms is er duidelijk kritiek, maar ook loven­de woorden en "stichtende" commmenta­ren. Wij constateren met vreugde, dat de kring steeds meer belangstel­lenden trekt. Daarom hebben we een bundeltje samen­gesteld, getiteld: MILL - ANNO 1.), dat in een kleine oplage is ver­spreid. Een 2de druk is in bewerking. De Vriendenkring van Myllesheem be­staat uitsluitend uit een gezelschap heemkun­di­gen, die het Millsche Erfgoed ter harte gaat en zich inte­res­seren voor de geschiede­nis van de streek in het algemeen en natuurlijk Mill in het bijzonder. Mill IS een BIJZONDER dorp.

PATER EZECHIEL VERGEEST
In ons laatste artikel namen wij afscheid met een prent van pater Ezechiel Vergeest en dominee Mak, 2 cultuur­dragers van de missie in het toenmalige Nederlands Oost-Indie. Daarom hebben wij pater Ezechiel nog even over het voetlicht gehaald, in vol ornaat als aalmoezenier van het Nederlands leger in Indonesie (1942-48). Wij zouden over deze persoon heel veel kunnen vertellen. Het katholiek geloofsleven in Indonesie is op dit moment volop in bloei. De bisschop van Breda, Mgr. Muskens, Indonesie-kenner bij uitstek, berichtte onlangs hierover in ANS (juni-01) het studentenblad van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij beweert daarin, dat in de kerk van Jakar­ta elke morgen om half 6 een eucharistie­vie­ring is, hele­maal vol, om 6 uur weer een mis en om half 7 weer, elke dag opnieuw. Allemaal jong volk, dat op weg naar de universi­teit eerst naar de kerk gaat. De hele Indonesische cultuur is door­spekt met religie! Als je daar pastoor bent, ben je dat niet alleen voor de Katholieken, maar ook voor de Islamieten en de Hindoes. Je bent daar iemand, die respect verdient, want je bent "van de godsdienst". Aldus Mgr. Marti­nus Muskens.

TEKEN VAN HERINNERING
Dat is uiteindelijk allemaal geleid vanuit de voet­sporen van onze Jacob Nelissen, de grond­legger van de eerste missie op Java. Een standbeeld, zoals van Mgr.Bekkers in St.Oederode hoeft niet, maar een kleine aandui­ding, een ver­wijzing naar de plek, waar deze man in Mill is geboren en opgegroeid zou de herinnering levend houden. Dan hebben we er in Mill weer een historisch exponent bij !
De bewering, dat de NELLISSENWEG naar deze Millse missiona­ris zou zijn vernoemd, mist elke grond. Deze weg is zoals zovele wegen in Mill (denk aan Frederiksweg, Van den Bogaard­weg en Van Gemert­weg) genoemd naar de familie, die daar van oudsher heeft gewoond. De nabijgelegen KOESTRAAT in samenhang met de weipoort en de Groespeelweg verdienen een andere uit­leg, dan vermeld staat in het Millse-straatnamenboek. Daar is het laatste woord nog niet over gezegd.

SLOTGEDACHTE
Commentaar kwam ook uit de hoek van de Orgelkring "Greg­orius van Dijk", een vereniging van muziekliefhebbers uit het Land van Cuijk en Noord-Limburg. Zij zijn gebrand op de orgels van Smits uit Reek en voeren in hun logo dan ook een specifiek SMITS-orgel. Voorst breken ze een lans voor onvervalste Volle­bregt-uitvoeringen en tanen niet naar onze Millse orgelbouwer Arendt van Lampe­ler (1520-1588), waaraan wij vorig jaar in deze rubriek enkele artikelen hebben geweid. Daar zeggen zij niets over, kunnen geen enkel orgel in deze regio opnoemen. Overi­gens een illuster gezelschap met veel liefde voor orgel­muziek en welke met grote ijver kennis en wetenschap in brede zin in de streek tracht te bevorde­ren. Maar wel kiezen vele kringen de naam van de beroemd­ste orgelbouwer uit hun regio. Bijvoorbeeld Den Bosch noemt haar orgel­kring naar Hendric Niehoff (ged.om­str.1500), autoch­toon van de stad en medeven­noot van onze Millse Arendt van Lampeler. Afijn, Reek ligt dichtbij, maar wel in het Land van Raven­stein. SLOT (Hw.)

bronnen: in editie genoemd
Geert Mak, diversen
Brabanterorgel van Vente
foto-archief Familie Essers Nijmegen
Indonesie van Mgr.Tiny Muskens .
Straatnamenboek Mill
RU Nijmegen

datum: 26 juli 2008
tekst: h e n k v a n d e w e e m
mmv. Inge van de Weem Westervoort

bijlage: foto Aalmoezenier Vergeest

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

VAN EEN BLOEIENDE MISSIE, PATER & DOMINEE in 1812 en 1942

Soms moeten we iets rechtzetten, wat in haast & geest­drift over het hoofd is gezien. De zeereis duurde 6 i.p.v. 8 maan­den, toch nog een flinke hap-in-de-tijd. Vorige week zag U in de prachtige kathedaal van Batavia het resultaat en de kracht van een bloeiende Missie, opgestart door onze Millse Jacob Nelissen. Vermogende ambtena­ren, militairen en planters ston­den op Java als goedgeefs bekend. Multatuli had niet in alles ge­lijk; de met bloed gecementeerde (..) postweg, ooit door Daen­dels, in de lengte dwars over Java aangelegd, diende ook de missies en diende in ruime zin de onderlinge commumicatie.

ORDEN
Nederland had zijn kolonieen goed georganiseerd en niet alleen de burgerlijke overheid, ook de besturen van de reli­gieu­ze orden konden goed plannen. De Jezuieten missio­neerden op Java, de Capucij­nen hadden Sumatra en Celebes als werkge­bied en de paters van het Goddelijk Woord deden hun best op Borneo en de Bantu-eilanden.

FAMILIESTAMBOOM
WAT IS ER NU NOG VAN OVER ? Dat horen wij altijd, wanneer een familie in genealogische kringen, haar stamboom presen­teert. Welke families zijn in ons dorp of regio nog verwant aan Jacob Nelissen. Zonder U te vermoeien met veel jaartal­len hebben wij een en ander nagetrokken. Jacob Nelissen had een broer Michiel, die op 8-jarige leeftijd overleed. Uit een eerder huwelijk van zijn vader Willibrord Nelissen leefden 2 halfzussen, die als Cornelia (Nilliske *1744) en Theodora (Dirris *1746) Wilbers resp. trouwden met Peter Jans Aben en Lucas van den Hooven. Een andere zoon en dochter van Wilbert Nelissen stierven jong. Daarmee is deze tak van de NELIS­SEN-familie in de mannelijke lijn uitgestorven. Van moederszijde was een half­broer Jan de Vael (*1738) in het gezin opgenomen. Volgens een akte uit 1783 (RA arch.Land van Cui­jk) Cuijk erfde deze Jan de Vael de boerderij in het Meulengat. Wat is er nu nog over van de FAMILIE DE VAEL (Vaa­l)? Jan is ons enige aankno­pings­punt. De naam komt in Mill en omge­ving niet meer voor. De laatste telgen zijn Wil­helmina de Vaal, welke in 1887 trouwt met Gerar­dus Meulepas en gaat wonen op de Kroondo­mein-hoeve De HOF TEN HOVE. Dat is de boerderij, waar momenteel de familie Jilessen-van de Kolk woont en werkt. Maria de Vaal, een zus van Wilhelmina trouwde in 1893 met Johannes Vloet, de pach­ter van de Kroon­domein­-hoeve HET HEKKEN. In de volksmond heette hij d'n BEKSE HANNES, omdat deze boerderij aan de BEEK was gele­gen. Mina Selten, de weduwe van Piet Vloet, wonende momenteel in Aldenhorst is waarschijn­lijk de oudste Mille­naarse, die kan zeg­gen, dat ze familie is van Mgr.Jacob Nelis­sen, de eerste Apostolisch Prefect van Nederlands-Indie en de stichter van de Missie op Java.

DOMINEE en KATHOLIEK
Maar wat is er nog over van de Missie ? Heel veel! Het boek DE EEUW VAN MIJN VADER, alom bekend en meestal overvraagd in biblio­theken, geeft een pracht voorbeeld en meteen antwoord op deze vraag. Onlangs lazen wij een artikel, dat genoemd boek van GEERT MAK als onderwerp had. In 1942 samen geinter­neerd door de Jappen in de kampen op Java en Birma doen pater en dominee de zielzorg onder de kampbewoners en krijgsge­vangenen. Er is geen verschil in uitleg en godsdienst-beleving van katho­lieken en protestan­ten. Ook niet als iemand vraagt om een vloeitje voor het draaien van een sigaret. De dominee scheurt dan een dun velle­tje uit zijn psalm­boekje en ook de pater ziet al­lengskens zijn brevier minder complee­t worden. Er is maar een probleem: het verhuizen. Langs de BIRMA spoorweg komt dat herhaaldelijk voor. De pater en dominee MAK dragen dan samen het meeneem-reis-altaar met de paramenten van de priester van kamp naar kamp. Een krijgsgevangen kampbewoner heeft dit tafereel op toilet­papier weergege­ven. Wij vonden het onlangs in KAP & KOORD, een periodiek van de Capucijnen met als onder­schrift: WAS DIE PATER TOCH MAAR PROTESTANT!! Die pater was EZECHIEL VER­GEEST, geboortig van Beers. Uit onze regio. (Hw.) (wordt vervolgd)

bronnen: KAP en Koord, OFM.cap.
BS gem. Mill.
doopboeken Widenheem-collectie WHC.
Streekarchief LVC.Grave.
archief Berchmanianum Nijmegen.
datum: 14 juli 2008
tekst: h e n k v a n d e w e e m .
bijlage: fotocopie tijdschr. OFM.cap.

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

VAN EEN TESTAMENT EN DE STERFDAG VAN EEN MISSIO­NARIS 1817/1917


Het portret van de missionaris Lambert Princen, dat wij U in de vorige aflevering lieten zien, was niet overtuigend. Met zo'n haar­dracht en andere uiterlijkheden is de figuur primi­tief uitge­beeld. Pater Dr.H­uub Boelaars schrijft erbij, dat dit het enige overblijfsel is uit de eerste dagen van de Missie in Neder­lands-Indie. Tevens het bewijs, dat er verder geen por­tret be­staat van onze Jacob Nelissen.

OVERLIJDEN Mgr.NELISSEN
Op 6 december 1817 overlijdt te Batavia Mgr.Jac.Nelissen. In de BATAVIASCHE COURANT VAN 13 december kan men de volgen­de advertentie lezen: "Heden overleed in het 66ste jaar zijns ouder­doms den Hoogeerwaarden Heer Jacobus Nelissen, geboren te Mill, 3 october 1752, in leven PRAEFECTUS APOSTOLI­CUS en Pastoor der R.K. Gemeente alhier. Een longtering maakte een einde aan zijn Godvrugtig en nederig leven". Batavia, den 6den december 1817. Pater P.Wedding.
En een gelovig redac­teur van de Courant voegt daaraan toe: "Tenvolle verdient hij den dank der nakomelingschap als de grondlegger der nieuwe Missie, die zijn kinderlijke liefde voor Maria toonde door van den beginne af de gehele Missie vertrouwvol te stellen onder de machtige schutse o
nzer H.Moe­der Maria". Bij wettig testa­ment had hij alle bezit­tingen, grond, kerk en pastorie, welke vanaf den be­ginne op zijn naam stonden aan de parochie van Batavia geschonken.

VOORTREKKER en OPVOLGERS
Wij laten U dit allemaal weten, opdat er nog eens een weten­schaps-man komt, die professioneel de eerste symptonen van de stichting van een Missie op Java gaat onderzoeken. Met als voortrekker Jacob Nelissen uit Mill. Tenslotte waren zijn helpers volkomen vreemden voor hem en voor elkaar. Lambert Princen, geboortig van Borne was kapelaan van de H.Kruisparo­chie Raalte in Overijssel. Zijn uitzending was namens de bisschop van Utrecht geregeld door de aartspriester Nico­laas PAS, tevens pastoor van de paro­chie Raalte. Pater Wedding kwam van Amsterdam en Henricus Waanders was geboortig van Anker­veen. Tot welke religieuze orden zij behoorden is niet bekend. Pater Arnold van der Velden sj. schrijft hierover in het Nedelands biogra­fisch woordenboek dl.2 uitg. 1912. Ook in de INDISCHE NAVORSER van 1989, welke de volkstelling op Java uit 1813 publiceert komt de naam voor van pastoor Nelissen. Zijn adres is dan: PASSAR SNIN bij Weltevreden, van beroep Roomsch Catholijk priester.

ARCHIVALIA
Enig speurwerk in het Streekarchief van Grave le­vert het volgende resultaat op: 1917 Tussen de be­richten door over de krijgsverrichtigen van de GROOTE OORLOG 1914-18 publiceert de Graafse Cou­rant een verhaal van Pater Andreas, capucijn en missonaris van Borneo. Zulks naar aanlei­ding van het feit, dat Jacob Nelissen 100 jaar geleden is overleden. Met prachtige volzinnen en veel superla­tieven, wijdt hij dit centinaire in. Het klinkt voor deze tijd wereld­vreemd, als de pater van leer trekt, niet tegen het godde­loos communisme, maar tegen de verfoeilijke VRIJMETSELARIJ. Het is bekend, dat door de vrij­metselarij de eerste con­flicten met het burgerlijk be­stuur zijn ontstaan. De missionaris­sen hadden, ingegeven door Rome, gedreigd met uitsluiting en excommunica­tie. Het communisme was in 1917 nog nauwe­lijks bekend in onze regio. Direct daarop volgt de aankondi­ging, dat Pater Deside­rius, capucijn en oud-mis­sionaris van Sumatra een lezing met VER­TOON­ING VAN LICHT­BEEL­DEN zal geven op 6 november 1917 in het patro­naat te Mill, daarbij gesteund door de bloeiende fanfare Edel­weis, die met enkele nummers dit evenement zal omlijsten. De pater besluit zijn artikel als volgt: Het dorp Mill mag trots zijn op zo'n edel priester, vurig apostel van de kerk. Doch niet alleen deze parochie maar geheel katholiek Nederland mag delen in de eer, omdat een zijner zonen werd uitverkoren om de grondlegger te worden van een eigen Missie in de eigen kolo­nien, die nu al 100 jaar van de vruchten hebben geplukt van hetgeen hij ge­plant en gezaaid heeft. (Hw.) wordt vervolgd.

bronnen: 1.) Berchmanianum archief SJ. Nijmegen
2.) geschiedenis Parochie H.Kruisverheffing Raalte
3.) streek-couranten Archief Grave
4.) vriendelijke mededelingen Capucijnen Velp

tekst: h e n k v a n d e w e e m
mmv. Inge van de Weem Westervoort
datum: 6 juni 2008.
bijgaande afbeeldingen: kerk en kathedraal van Batavia anno 1810 en 1892

E-mail vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

VAN PIONIERS, INDISCHE ARCHIPEL EN ONWETTIGE KINDEREN AD.1808


Het gaat nog steeds over Mgr.Nelissen en zijn trouwe metge­zel Lambert Princen. "Na 8 maanden op zee komen beide pioniers op 4 april 1808 te Batavia aan. Zij treffen er een klein groepje katho­lieken-van-huis-uit, voornamelijk soldaten van het leger. In mei van dat jaar krijgen ze een oude kazer­ne­loods van bamboe in de voorstad Weltevreden, die als kerk­ruim­te wordt ingericht en een woonhuis als pastorie. De "STATIE BATAVIA" was geopend" : aldus pater-capu­cijn Dr.Huub Boelaers in zijn proefschrift INDONE­SIANISA­TI dd. 1 novem­ber 1991. Hierin behandelt hij het omvor­mings­proces van de Katholieke kerk in Indonesie tot Indonesi­sche Katholieke kerk.

"RADICAAL"
Uitvoerig gaat Boelaers in op de beginfa­se, geleid door onze Jacob Nelis­sen. Daarbij vertelt hij ook, dat beide initi­atief­nemers een zoge­naamd "radicaal" kregen aangeme­ten. Bij konink­lijk besluit van 9 maart 1807, werd in dit document bepaald, dat de begun­stiger in overheids­dienst was. Ze ontvin­gen een jaarwedde en waren dus staatsamb­tenaren. Nelis­sen en Princen waren er blij mee, want ook alle dienstreizen werden vergoed, op gelij­ke schaal als de protes­tantse domi­nees. Onze Vier­lingsbeekse pastoor, geboortig van Mill, ging als Aposto­lisch Prefect (d.i. MISSIE-BISSCHOP) in functie in genoemde STATIE. De nieuwe prefectuur BATAVIA zou niet alleen Java maar de gehele archipel, 25 miljoen inwo­ners, omvatten. Mille­naren, laat dit kleine uniek en waardevol stukje HISTORIE eens even tot U doordringen!!

In het rijksar­chief in den Haag hebben wij dit Koninklijk Besluit in handen gehad. In verband met de houd­baarheid van het handschrift mochten wij geen copieen maken. De onderteke­ning LOUIS is authentiek. Koning Lodewijk Napoleon garandeert vrijheid van gods­dienst voor alle gezindten. Ook van de gou­verneur Mr.Her­man Willem D­aen­dels, welke op dat moment regeer­de in de archi­pel, genoten zij een bijzon­dere bescherming. Later zal Koning Willem I aan het radicaal de voorwaarde verbinden (..) dat de vrije uitoe­fening van gods­dienst geen gevaar mag opleveren voor de rust en de openbare orde. Ze komen er spoedig achter, dat ze dan wel moeten dansen naar de pijpen van het burgerlijk gezag. Maar toen hadden ze hun kerkje al toegewijd aan de patroonheilige St.Ludovicus. De pastorie krijgen ze cadeau van de chirurgijn An­smuss, de lijfarts van de gouverneur. Gelukkig is ter plaatse de Katho­lieke godsdienst, ondanks alle maatre­ge­len van de REFORMATIE, in de kern bewaard gebleven.

KERK TE KLEIN ...!
Trouwe gelovigen komen danook in bescheiden aantal­len naar de gods­dienstoefenin­gen, zodat hun kerkje al gauw te klein wordt. De protestanten helpen onze prefect Jacob en geven hem een meer passende kapel op Pasar Senen, het centrum van een kleine stad. Zij staan dit stenen gebouw met enke­le "roeden gronds" voor de katholieke eredienst "om niet" af. In een volgende aflevering zullen we zien, hoe ze elkaar vele jaren later opnieuw nodig heb­ben.

1809 2de en 3de STATIE.
Onze missiepioniers gaan voortvarend te werk. In Semarang op Java wordt al gauw een 2de statie opgericht. Lambert Princen, zie bijgaand portret, wordt daar als pastoor gestationeerd en doet direct al met Kerst­mis 1809 een eerste Eucharistievie­ring. Met de protes­tanten maken zij beurtelings gebruik van het bestaande gere­for­meerde kerk­je. De toe­stand van SAMEN-OP-WEG in dit gebouw duurt voort tot eind 1824. Pastoor Princen stichtte hier een weeshuis, dat volgens de Missie-Annalen van 1912 in het K.D.C. van Nijmegen in die tijd nog bestond. Wan­neer in 1809 Neder­land opnieuw 2 pries­ters uit­zendt, gaat in Soerabaja een derde statie (parochie) van start. Deze nieuwe pioniers zijn de eerwaarde heren Philippus Wedding en Henri­cus Waan­ders. Waan­ders begint onder leiding van Mgr.Ne­lis­sen te werken aan de zielzorg in Soera­baja en wordt daar pastoor. Wedding gaat de Apostolisch Prefect Nelissen assisteren, welke langzaam op-leeftijd begint te geraken. In enkele jaren tijd zijn er 3 paro­chies ontstaan, welke elk een gebied beslaan groter dan Nederland. Helaas zijn er maar weinig cijfers bekend, Semarang telt in 1812 ongev­eer 1000 gelovigen, waarvan de helft enkele malen per jaar ter kerke gaat. 75% van alle doopsels in de periode 1809/1812 is van onwettige kinderen. (wordt vervolgd)

bronnen: in editie genoemd
datum : 10 mei 2008
tekst : Henk van de Weem
mmv. Misha & Tiane Tilanus Nijmegen.

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

donderdag 10 april 2008

VAN DE 1ste MILLSE MISSIONARIS, DE KAAP EN BATAVIA IN 1807.


Zoals we gezien hebben vertrekken op 18 mei 1805 3 Neder­landse Missionarissen naar Zuid Africa. Een van hen is onze Jacob Nelissen. Na 5 maanden op zee leggen ze 4 october aan aan de rede van Kaap de Goede Hoop. Het stukje Nederland dat nog even ons bezit zal blijven, want al in januari 1806 nemen de Engel­sen het beheer over. Tenslotte is Frankrijk, waarbij op dat moment ook ons land behoort, in oorlog met Engeland. Dat bete­kent: subiet ophoepelen, op staande voet, 26 februari 1806 verlaten ze hun missiegebied. *)

Met de wind mee zijn ze op 30 mei 1806 alweer in Nederland. Helaas heeft pater Lan­sing alle ontbe­ringen van de zeereizen niet kunnen door­staan. Hij over­lijdt onderweg en krijgt een zeemansgraf. Op het programma van Nelissen en Princen staat nu de missie van Ned.Oost-Indie.
Intussen logeert onze missionaris op de pastorie van Raal­te. Daar had hij indertijd ook kennis gemaakt met zijn kape­laan Lambert Princen. Eigenlijk is hier het hele avontuur begonnen. De pastoor van Princen in Raalte, parochie H.Kruis­verheffing is nl. Aartspriester Nicolaas PAS, die diplomatieke betrekkingen onderhoudt met de Superior van de Hollandse Zending Luigi Ciamberlani.

Toen Napoleon de vrijheid van godsdienst afkondig­de, bracht deze Italiaanse en tevens Vaticaanse diplomaat de Aartspries­ter er­toe missio­narissen de wereld in te sturen. En een van de eerste, die aan alle eisen voldeed was onze Jacobus Nelissen.

Blijft altijd nog de vraag: hoe komt een Land-van-Cuijk's manneke in dergelijke hoge kerkelijke regionen verzeild. En wat moest hij in Raalte, Salland, Kop van Overijssel, Oost Nederland. En ook nog in het bisdom Utrecht. De enige moge­lijkheid bestaat hierin, doch dat is een vermoeden, dat het contact is gelopen via een benefici, een prebende, een gelde­lijke vergoeding voor bediening van een kapel of iets derge­lijks. En inderdaad de Aartspriester Nicolaas PAS had een dergelijk voordeel van het St.Antonius Abt altaar van Uden/Ze­eland.
Wij hebben zelfs het vermoeden, dat dit altaar ooit tijdens de reformatie is verplaatst vanuit Mill. In het Land van Raven­stein heeft de reformatie nooit een kans gehad. **)

Het is toch jammer. dat er van de eerste missionaris van Mill zo weinig is bewaard gebleven. Als hij een gezin had gesticht, konden we tenminste nagaan, waar zijn nakomelin­gen huisden. Dat is eigenlijk het grote probleem met de histo­rie en levensbeschrijving van alle priesters. Met het doods­prentje houdt het meestal op. En van Jacob Nelissen en zijn gezellen hebben we zelfs dat niet. Ga maar eens na in uw directe omge­ving, hoe snel een heeroom of heerbroer in de vergetelheid geraakt. Ze vervreemden meestal min of meer. Zij hebben geen kroost, een ander niveau bereikt, houden weinig contact en komen vaak ongelegen in de kring van naaste fami­lie en gezin­nen met op­groeiende kinderen. Op het bidprentje staat dan later "onze 10-minuten heer­oom".

Terug naar onze Jacob Nelissen. Zo'n gewone jongen uit Mill kan toch niet zomaar van het Loons­vlak of van de Beekse maas af worden geroepen en naar vreemde oorden gestuurd zonder een gron­dige voorkennis van zijn toe­komstig werkge­bied. Hoewel "uit­verko­ren worden" be­staat! Nelissen moet toch minstens de Engelse taal machtig zijn geweest. Misschien kende hij zelfs Ma­leis. Even zo goed, als we gezien hebben, dat onlangs van Dr.Kipp een bul en dissertatie boven tafel ­komen, moet het toch moge­lijk zijn SPOREN te vinden van deze voor­treffe­lijke lie­den. Zeker van Jacob Nelis­sen, moeten brieven, een proef­schr­ift en ande­ren stukken ergens aanwezig zijn. In Brussel en Rome of in de oude ar­chieven van de Domi­nicanen, Capucijnen en Jesuie­ten moet iets te vinden zijn. De ge­schied­schijver van het Bisdom, L.H.Chr.Schut­jes, heeft hem ge­plaatst onder de VOORNAME INBOORLINGEN van Mill. In een paar regels wordt daar de MAN VAN HET EERSTE UUR der missie in Ned.Indie afgehandeld.

Pater dr.Huub Boelaars heeft ooit een scriptie gemaakt over de Oostindische missie en ook Mgr.Tiny Muskens, laatste­lijk nog bis­schop van Breda, heeft er een boek over geschre­ven.

Bijgaand laten wij U de titelpagina zien van een Indone­sisch katholiek tijdschrift. Mogelijk zijn er onder U, lezers, die daarvan exemplaren in bezit hebben, misschien hele jaar­gangen op zolder hebben liggen. Ze bevatten vaak historische volks­verha­len uit een ver verleden. Graag willen wij deze van U lenen.
Wat wij van onze Jacob te weten zijn gekomen bestaat veelal uit gissingen. Toen de kinderen uit het gezin Nelissen-Raijma­kers in Mill opgroeiden, was Jacob Boonaerds, abdijheer van Postel, pastoor van de Willibrord Parochie. Waarschijnlijk trok dit gezin zijn aandacht. Het waren zijn naaste buren, Molengat en pastorie aan de Brandsestraat was geen afstand. Vader en moeder Nelissen hadden veel droefenis gekend, beide ouders waren voor de 2de maal getrouwd en hadden ver­scheidene opgroei­ende kinderen zien sterven. Zulks concluderen wij uit de gezinsstaten van de Nederlandse Genealo­gische Vereniging, door Wim Jaegers uit Venray minitieus samengestel­d uit de parochieregisters.

Nauwlijks terug uit De Kaap, vraagt Jacob Nelissen toe­stem­ming om naar Nederlands Oost-Indie te vertrekken. Hij krijgt direct permis­sie en ook Paus Pius VII geeft hem de meest uitge­breide volmach­ten. Op 31 october 1807 gaan ze aan boord. Naar BATAVIA, ze zeilen niet om de Kaap, ze varen via New York. Ze arriveren in Batavia op 4 april 1808, exact 2 eeuwen geleden. Mgr.Ne­lis­sen is dan 55 jaar en zijn metgezel Lambert Princen 29. (wordt ver­volgd)

bronnen: *) De Kaap, DIORATORIUM ad.1805 het verslag in


  1. Kaapsche Taal luidt als volgt: In hierdie jaer, presies een jaar na die afkondigng van De Mist se baanbrekende kerkorde kom Mgr.Johannes Lans­ink as erste apos­toliese Prefec in Tafelbaai aan om die normale ontplooing van die Katolieke geloofslewe moontlik te maak. Hy was vergesel van Vr.Jacobus Nelissen en Vr.Lambertus Prin­sen. By gebrek aan een eie kerk­gebou het hulle die litur­gie in 'n kamer van die kasteel gevier.
    Ongelukkig beschik ons oor feitlik geen ander inligting oor die EERSTE Katolieke poging in Suid-Afrika nie. Toe die oorlog in Europa hervat word en Brittanje die Kaapkolonie in 1806 vir 'n tweede maal (en die keer permanent) beset, het die nuwe bewindhebbers die drie Nederlandse priesters die land uitge­sit. In alle waarskynlik het hulle al hul dokumente met hulle saamgemeen - onderweg terug na Nederland het Mgr.Lansink gesterf.

  2. **) Het St.Antonis Abt Altaar wordt o.a. genoemd in de regesten van ORA 540 dd. 10 mrt.1579 no.13 Schepen en Heemraadakten Land van Cuijk gem. Mill

  3. Streekarchief Land van Cuijk en BHIC

  4. Ons Nationaal Archief Den Haag

  5. in de editie genoemde bronnen

    datum : 10 april 2008.
    tekst : Henk van de Weem

mmv. Maarten Hermanussen, Ambt - Delden

Compitar Batenburg
Inge van de Weem .

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com

VAN SINT VICTOR, GROOT FEEST, DE KAAP EN DE GOEDE HOOP IN 1804

De MISSIONERING in ons land zo rond ANNO 300 is goed­deels te danken aan de Romeinse soldaten. Zij brachten het christe­lijk geloof naar hiertoe. Xanten (Dld.) is daar een voor­beeld van. Daar vielen ook de eerste martela­ren. O.a St Victor, die vooral vereerd wordt in Maas en Waal, waar ver­scheidene paro­chies deze heilige als kerkpatroon hebben geno­men.



Ook hier zie je weer, dat veel eigendommen van het Kapit­tel van Xanten daartoe een stimu­lance zijn geweest. Zo zullen ook in Cuijk rond AD 400, Romeinse soldaten hebben gemissio­neerd en St.Martinus hebben aangeroepen. Tenslotte komt deze heili­ge evenals Victor en Adrianus uit de Ro­meimse gele­deren, of­schoon Willi­brord 300 jaar later in concreto zijn naam heeft geves­tigd. Hij liet name­lijk kerken bouwen. Er bleef derhalve ook na zijn ver­blijf iets tast­baars aanwezig.



Maar voordat wij verder gaan met de Millse missionaris Jacobus Nelissen (*1752 +1817), die na eerst pastoor te zijn geweest in Overloon en Vierlingsbeek, in 1804 vertrekt naar de Kaap van Zuid Africa en later naar Nederlands-O.Indie, voordat we daarmee verder gaan en deze EERSTE APOSTOLISCH PREFECT van de katho­lieke Missie in onze Oost, hoog op het schild torsen, dienen we even stil te staan bij het Millse parochief­eest van 30 jaar geleden.



Met nostalgie en enige weemoed, zal menig praktiserend paro­chiaan van St.Willibrord terugdenken aan zondag 16 mei 1976. Mill herdacht toen feestelijk en op groot­se wijze het 650 jarig bestaan van haar Willibrord-parochie, gesticht Anno Domini 16 mei 1326. Een indrukwek­kende eucharistie­viering in een stamp­volle kerk, feestpredica­tie van rector (later mon­seigneur) Egbert Schra­ven, Millenaar van geboorte, aanreiking gedenk­boek, tentoon­stelling in de hal van het gemeentehuis en diara­ma op de raadzaal, officiele huldi­ging en aanbieding van het parochie­geschenk door burge­meester Van Berckel en alle koren bezongen de PELGRIMSTOCHT van de Millse mensen, DOOR DE EEUWEN heen.



Pastoor Brans zei: "we hebben er 650 jaar voor gespaard, vandaag mag het geld kosten !" De dag werd besloten met een drukbezochte receptie. Mgr. Willem van Haaren uit Grave, streekhistoricus en heemkundige pur sang, "luidde", zoals hij het noemde, de expositie in. "VIVOS VOCO" riep hij, LEVENDE ROEP IK. Van de regio-geestelijkheid was hij de oudste en hoogste in rang aanwezig. Het feest duurde de hele week, Voor de Jeugd kwam KLUKLUK & BROMSNOR, de ouderen hadden een middag met gezel­ligheid, welke al vroeg begon met een pontifi­ca­le H.Mis, voorge­gaan door Mgr.Bluijsen, en voor de grotere jeugd was er en dansfeest in een grote tent op de markt. Het feest werd in het daaropvolgende weekend besloten met een concert door het Boxmeers Vocaal en een braderie op een zon­overgoten marktplein. Oude ambachtslieden en alle Millse middenstand-hou­ders & standwer­kers stonden, uitgedost in historische kledij achter d'n teun in de kroam. Met de op­brengsten van een en ander speel­de het kerkbestuur financieel nagenoeg volledig quitte!



Enkele weken later werd, het prach­tige glas-in-lood raam, ontworpen en uitgevoerd door KEES BASTI­AANS, in de oostgevel van het zui­der-trancept (de Maria­ka­pel) geplaatst. Dit was het cadeau van de parochia­nen en tevens een rotsvaste herinnering aan een hoog­tepunt in het zielzorgelijk ­leven von onze St.Wil­librord-kerk.



Terug naar onze missionaris Jacob Nelissen (1752-1817) Waar­schijnlijk geboren in het Meulengat, de Molenkuilweg, zoals een latere akte uit AD 1783, doet vermoeden. Mogelijk is de boerde­rij, waar het ter plaatse om gaat, zo groot geweest, als het totaal aantal bunders van de 3 Meulepas-boerderijen. Wij noemen deze naam, omdat deze families hier als bekend voorko­men. In een volgend artikel hoort U meer. (wordt ver­volgd)



bronnen : Schutjes, geschiedenis van ons Bisdom
650jr. H.Willibrordus Mill, A.Claassens e.a.
archief Myllesheem Millfotocollectie Hermens Mill
Streekarchief Land van Cuijk Gravem.

m.v. Compitar Batenburg
Inge van de Weem, Westervoort
tekst : Henk van de Weem
datum : Wijchen/Mill, 4 april 2008

E-mail : vriendenkringmyllesheem@hotmail.com

donderdag 3 april 2008

VAN MGR.DR.JACOBUS NELISSEN APOSTOLISCH PREFECT AD.1752-1817.


Nooit van gehoord(!) "Uitverkoren worden" bestaat. Overladen met bloeiende lelies staan hier Maria met kindje Jezus en Willibrordus in volle glorie te pronken. Twee uitver­korenen en een kind. Maria met aan haar voeten de ruine van de Oude Kapel, in 1978 herbouwd en gedeeltelijk gerestau­reerd, thans dienst doend als gemeentelijke trouwzaal. Willibror­dus staat achter de ruine van de kerk op het oude kerkhof. In deze toestand werd dit restant-kerkhuis in 1799 door de protestan­ten teruggegeven aan de Roomschen van Mill. 150 Jaar hadden de Cal­vijnen slechts het hoognodige onderhoud gepleegd en dan nog alleen aan toren en abcis, het koor van de kerk.

In 1743 legde Jan de Beijer dit karkas nog eens minitieus op papier vast. De gemeenschap had de toren nodig, omdat daar de (alarm-) klok hing en de dominee gebruikte het koor voor de zondags­diensten met zijn schaarse aantal christelijk her­vormde scha­re. Van het tussenschip kun je nu nog her en der in Mill de meer­malen herbruikte stenen tellen.

Kees Bastiaans beeldt Willibrordus uit als een eenvoudig missionaris, onwennig in zijn koorkap gewenteld, geen raad wetend met staf en mijter. Maar de kerk van Mill draagt hij op handen, drukt haar duidelijk beschermend tegen zich aan.

Zou JACOB, de zoon van WILLIBRORD NELISSEN, dit beeld van St.Willi­brord voor ogen hebben gehad. toen hij besloot naar de Missie te gaan. Feit is, dat Jacob Nelissen binnen de geeste­lijkheid in die tijd een belangrijk man was. Hij kreeg zijn priesterop­leiding aan het Roermond's seminarie. Ook promoveer­de hij daar bij de paters Dominicanen op bepaalde theologische stellingen. Verder zijn zijn biografische gegevens vrij sum­mier en vindt men ook in Mill maar marginaal kleine aanwijzin­gen. In ons gedenk­boek 650 jaar Parochie Mill (1976) geeft Bep Claassens een uitste­kend verhaal over zijn apostolate arbeid. Het is dan 1804. Idealisten in de tijd voor hem, als voorbeeld noemen we Franciscus Xaverius, worden heilig verklaard, missi­onaris­sen na hem, bisschop Ferdinand Hamer in Nijmegen, en kardinaal Van Rossem in Den Bosch, krijgen een standbeeld. Naar onze JACOB NELISSEN wordt nog geen straat genoemd. Over zijn bescheiden grafsteen heeft men in TANAH ABANG bij Batavia (Djakarta) een overheids­state gebouwd. Een portret, dat ooit in het bis­schopshuis aanwezig was, verdween spoorloos.

Aposto­lisch Prefect Nelissen, NOOIT VAN GEHOORD.
Enkele data en feiten: gedoopt op 3 october 1752 door pastoor Boonaerts in schuurkerk bij Alden­driel als Jacob Wilbers, zoon van Willibrord Nelissen en Mechtildis Derckx Raijmakers, peter en meter zijn Anthonius en Johanna Raijmakers. Hij heeft een broer Michael (*1751) welke op 8jarige leeftijd overlijdt. Voorts was in het gezin een kind, Jan de Vael (*1738), uit een eerder huwe­lijk van zijn moeder met Jan Aerts de Vael (+ 1745). Jacob Nelissen wordt in 1781 priester gewijd en door de bisschop in 1786 benoemd tot pastoor van Overloon. In 1795 wordt hij pastoor van Vierlingsbeek. Uit die periode dateert een aantekening in de Nassause domeinraad, waaruit blijkt, dat hij een perceel grond terughuurt. Dit door de staat genaast onroerend perceel behoorde oorspronke­lijk tot de geestelijke goederen van de Laurenti­uskerk van Beek.

In 1804 vraagt hij verlof aan zijn bisschop om te gaan missio­neren in Zuid-Afri­ca. Het bisdom Roermond bestaat dan niet meer. Zijn bisschop is Mgr.Jean Baptist Baron van de Velde de Melroy tot Salt­bonars van het VICARIAAT (mini-bisdom) Land van Cuijk, Maas en Waal en Rijk van Nijmegen, een enclave tussen de grote bisdom­men. Baron Jean Baptist wordt in 1806 een bekende aan het hof in o.a. Brussel en nog later als aalmoe­zenier van koning Lodewijk Napoleon.

Op 18 mei 1805 ver­trekken ze met zijn drieen, pastoor Nelis­sen, kapelaan Princen en pater Lan­sing vanaf de rede van Tessel. Ze zeilen onopgemerkt door de blok­kaden van de Engel­se marine, die toch agres­sief patrouil­leert. Jacob is geboren op de feestdag van de H.H.Engelbe­waarders ..... (2 october). (wordt vervolgd)

bronnen : Streekarchief Land van Cuijk Grave
archief Myllesheem Mill
archief Berchmanianum Nijmegen
Widenheem collectie Wijchen
Parochie H.Kruisverheffing Raalte
idem Parochiegeschiedenis Th.A.M.Thielen.
Het Utrechts Archief

m.m.v. Compitar Batenburg
Inge van de Weem Westervoort
tekst : Henk van de Weem
datum : Mill/Wijchen, 5 april 2008
E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com

vrijdag 21 maart 2008

Achtergrond van de vriendenkring Myllesheem

--------------------------------
Monseigneur DR. JACOBUS NELISSEN
Apostolisch PREFECT van Ned.O.i.

VERMAARDE ONBEKENDE ZIELZORGER
Missionaris en Priester van Mill
geb.1752 - overl.1817 te BATAVIA
--------------------------------


AAN:
De Heemkundig Geinteresseerde Lezer,

LECTORI SALUTEM,

De Vriendenkring van Myllesheem is een gezelschap van historisch geinteresseerden. Zij hebben middels onder­zoek & studie, regelmatig met elkaar contact betreffen­de zaken, welke be­trekking hebben op de Ge­schiedenis van Mill, De Erffe Mijlle, Het Mills CULTUUR HISTORISCH ERFGOED.

In de periode 1999 - 2003 heeft de VRIENDENKRING enig histo­risch VARIA verzameld en gepubliceerd in DE KOERIER, een wekelijks verschijnend Streekblad voor Noord-Oost Brabant, Mill, Wanroy, Zeeland en Schaijk. Het aantal artikelen is inmiddels uitgegroeid tot 104 st. Enkele willen wij uitgeven in de vorm van CAHIER's. De inhoud wordt compleet gemaakt met INDEX, BRONVERMELDING en Correspondentie.

Mgr.Dr.JACOBUS NELISSEN (1752-1817) is de hoofdpersoon in deze DERDE editie. Hij is na de Reformatie de 1ste Aposto­li­sche PREFECT van Nederlands Oost Indie, MISSIONARIS EN MILLE­NAAR van geboorte. De aanleiding tot deze uitgave is dan ook het moment, dat hij voet aan wal zet in de haven van Batavia nl. 4 april 1808, vandaag 200 jaar geleden.
Mogelijk is dit een aanzet, waarop door histo­rici en heem­kun­digen kan worden verder gestudeerd.

Wij hopen op een goed onthaal en wensen de lezer een genoeg­lijke ontspanning toe,

de Samensteller,
h e n k v a n d e w e e m .
Wijchen/Mill, 4 april 2008 .

vrijdag 25 januari 2008

...... voor de goede orde

........ het is geen bondgenootschap, geen stichting of vereniging, DE VRIENDENKRING VAN MYLLESHEEM is een gezelschap van heemkundig hoog-geinteresseerde lieden, die zich bezig houden met de historie van Mill, een zeer bijzonder dorp .

Om te komen tot een proeve van een GESCHIEDENIS-CANON over MYLLE, haar Erfgoed, verleden, haar genealogieen en archeologische bestanden, is hulp nodig van velen ......!

(hw.)

zaterdag 19 januari 2008

...eindelijk ..!

.... die computer-taal toch ...

BERTHE heeft me vanmiddag gered !!!!! uiteraard met jouw hulp natuurlijk !?!

tweede keer van Henk

Nog een poging. Nu van de andere dochter. Fijn familie;-))

woensdag 16 januari 2008

sorry pa, bij mij doet ie het gewoon.....

aldus het onderwerp... wat is het toch dat het jou niet lukt.... ik kom binnekort weer eens langs... kunnen we oefenen!