dinsdag 29 juli 2008

Van de vriendenkring, commentaren en de missie ad.1817-2001




Het wordt weer tijd terug te zien op het verleden en de toestand van het Cultuurhistorisch Millsche Erfgoed. Er komen nog steeds reac­ties binnen n.a.v. de verhalen van onze VRIENDEN­KRING VAN MYLLESHEEM. Soms is er duidelijk kritiek, maar ook loven­de woorden en "stichtende" commmenta­ren. Wij constateren met vreugde, dat de kring steeds meer belangstel­lenden trekt. Daarom hebben we een bundeltje samen­gesteld, getiteld: MILL - ANNO 1.), dat in een kleine oplage is ver­spreid. Een 2de druk is in bewerking. De Vriendenkring van Myllesheem be­staat uitsluitend uit een gezelschap heemkun­di­gen, die het Millsche Erfgoed ter harte gaat en zich inte­res­seren voor de geschiede­nis van de streek in het algemeen en natuurlijk Mill in het bijzonder. Mill IS een BIJZONDER dorp.

PATER EZECHIEL VERGEEST
In ons laatste artikel namen wij afscheid met een prent van pater Ezechiel Vergeest en dominee Mak, 2 cultuur­dragers van de missie in het toenmalige Nederlands Oost-Indie. Daarom hebben wij pater Ezechiel nog even over het voetlicht gehaald, in vol ornaat als aalmoezenier van het Nederlands leger in Indonesie (1942-48). Wij zouden over deze persoon heel veel kunnen vertellen. Het katholiek geloofsleven in Indonesie is op dit moment volop in bloei. De bisschop van Breda, Mgr. Muskens, Indonesie-kenner bij uitstek, berichtte onlangs hierover in ANS (juni-01) het studentenblad van de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij beweert daarin, dat in de kerk van Jakar­ta elke morgen om half 6 een eucharistie­vie­ring is, hele­maal vol, om 6 uur weer een mis en om half 7 weer, elke dag opnieuw. Allemaal jong volk, dat op weg naar de universi­teit eerst naar de kerk gaat. De hele Indonesische cultuur is door­spekt met religie! Als je daar pastoor bent, ben je dat niet alleen voor de Katholieken, maar ook voor de Islamieten en de Hindoes. Je bent daar iemand, die respect verdient, want je bent "van de godsdienst". Aldus Mgr. Marti­nus Muskens.

TEKEN VAN HERINNERING
Dat is uiteindelijk allemaal geleid vanuit de voet­sporen van onze Jacob Nelissen, de grond­legger van de eerste missie op Java. Een standbeeld, zoals van Mgr.Bekkers in St.Oederode hoeft niet, maar een kleine aandui­ding, een ver­wijzing naar de plek, waar deze man in Mill is geboren en opgegroeid zou de herinnering levend houden. Dan hebben we er in Mill weer een historisch exponent bij !
De bewering, dat de NELLISSENWEG naar deze Millse missiona­ris zou zijn vernoemd, mist elke grond. Deze weg is zoals zovele wegen in Mill (denk aan Frederiksweg, Van den Bogaard­weg en Van Gemert­weg) genoemd naar de familie, die daar van oudsher heeft gewoond. De nabijgelegen KOESTRAAT in samenhang met de weipoort en de Groespeelweg verdienen een andere uit­leg, dan vermeld staat in het Millse-straatnamenboek. Daar is het laatste woord nog niet over gezegd.

SLOTGEDACHTE
Commentaar kwam ook uit de hoek van de Orgelkring "Greg­orius van Dijk", een vereniging van muziekliefhebbers uit het Land van Cuijk en Noord-Limburg. Zij zijn gebrand op de orgels van Smits uit Reek en voeren in hun logo dan ook een specifiek SMITS-orgel. Voorst breken ze een lans voor onvervalste Volle­bregt-uitvoeringen en tanen niet naar onze Millse orgelbouwer Arendt van Lampe­ler (1520-1588), waaraan wij vorig jaar in deze rubriek enkele artikelen hebben geweid. Daar zeggen zij niets over, kunnen geen enkel orgel in deze regio opnoemen. Overi­gens een illuster gezelschap met veel liefde voor orgel­muziek en welke met grote ijver kennis en wetenschap in brede zin in de streek tracht te bevorde­ren. Maar wel kiezen vele kringen de naam van de beroemd­ste orgelbouwer uit hun regio. Bijvoorbeeld Den Bosch noemt haar orgel­kring naar Hendric Niehoff (ged.om­str.1500), autoch­toon van de stad en medeven­noot van onze Millse Arendt van Lampeler. Afijn, Reek ligt dichtbij, maar wel in het Land van Raven­stein. SLOT (Hw.)

bronnen: in editie genoemd
Geert Mak, diversen
Brabanterorgel van Vente
foto-archief Familie Essers Nijmegen
Indonesie van Mgr.Tiny Muskens .
Straatnamenboek Mill
RU Nijmegen

datum: 26 juli 2008
tekst: h e n k v a n d e w e e m
mmv. Inge van de Weem Westervoort

bijlage: foto Aalmoezenier Vergeest

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

VAN EEN BLOEIENDE MISSIE, PATER & DOMINEE in 1812 en 1942

Soms moeten we iets rechtzetten, wat in haast & geest­drift over het hoofd is gezien. De zeereis duurde 6 i.p.v. 8 maan­den, toch nog een flinke hap-in-de-tijd. Vorige week zag U in de prachtige kathedaal van Batavia het resultaat en de kracht van een bloeiende Missie, opgestart door onze Millse Jacob Nelissen. Vermogende ambtena­ren, militairen en planters ston­den op Java als goedgeefs bekend. Multatuli had niet in alles ge­lijk; de met bloed gecementeerde (..) postweg, ooit door Daen­dels, in de lengte dwars over Java aangelegd, diende ook de missies en diende in ruime zin de onderlinge commumicatie.

ORDEN
Nederland had zijn kolonieen goed georganiseerd en niet alleen de burgerlijke overheid, ook de besturen van de reli­gieu­ze orden konden goed plannen. De Jezuieten missio­neerden op Java, de Capucij­nen hadden Sumatra en Celebes als werkge­bied en de paters van het Goddelijk Woord deden hun best op Borneo en de Bantu-eilanden.

FAMILIESTAMBOOM
WAT IS ER NU NOG VAN OVER ? Dat horen wij altijd, wanneer een familie in genealogische kringen, haar stamboom presen­teert. Welke families zijn in ons dorp of regio nog verwant aan Jacob Nelissen. Zonder U te vermoeien met veel jaartal­len hebben wij een en ander nagetrokken. Jacob Nelissen had een broer Michiel, die op 8-jarige leeftijd overleed. Uit een eerder huwelijk van zijn vader Willibrord Nelissen leefden 2 halfzussen, die als Cornelia (Nilliske *1744) en Theodora (Dirris *1746) Wilbers resp. trouwden met Peter Jans Aben en Lucas van den Hooven. Een andere zoon en dochter van Wilbert Nelissen stierven jong. Daarmee is deze tak van de NELIS­SEN-familie in de mannelijke lijn uitgestorven. Van moederszijde was een half­broer Jan de Vael (*1738) in het gezin opgenomen. Volgens een akte uit 1783 (RA arch.Land van Cui­jk) Cuijk erfde deze Jan de Vael de boerderij in het Meulengat. Wat is er nu nog over van de FAMILIE DE VAEL (Vaa­l)? Jan is ons enige aankno­pings­punt. De naam komt in Mill en omge­ving niet meer voor. De laatste telgen zijn Wil­helmina de Vaal, welke in 1887 trouwt met Gerar­dus Meulepas en gaat wonen op de Kroondo­mein-hoeve De HOF TEN HOVE. Dat is de boerderij, waar momenteel de familie Jilessen-van de Kolk woont en werkt. Maria de Vaal, een zus van Wilhelmina trouwde in 1893 met Johannes Vloet, de pach­ter van de Kroon­domein­-hoeve HET HEKKEN. In de volksmond heette hij d'n BEKSE HANNES, omdat deze boerderij aan de BEEK was gele­gen. Mina Selten, de weduwe van Piet Vloet, wonende momenteel in Aldenhorst is waarschijn­lijk de oudste Mille­naarse, die kan zeg­gen, dat ze familie is van Mgr.Jacob Nelis­sen, de eerste Apostolisch Prefect van Nederlands-Indie en de stichter van de Missie op Java.

DOMINEE en KATHOLIEK
Maar wat is er nog over van de Missie ? Heel veel! Het boek DE EEUW VAN MIJN VADER, alom bekend en meestal overvraagd in biblio­theken, geeft een pracht voorbeeld en meteen antwoord op deze vraag. Onlangs lazen wij een artikel, dat genoemd boek van GEERT MAK als onderwerp had. In 1942 samen geinter­neerd door de Jappen in de kampen op Java en Birma doen pater en dominee de zielzorg onder de kampbewoners en krijgsge­vangenen. Er is geen verschil in uitleg en godsdienst-beleving van katho­lieken en protestan­ten. Ook niet als iemand vraagt om een vloeitje voor het draaien van een sigaret. De dominee scheurt dan een dun velle­tje uit zijn psalm­boekje en ook de pater ziet al­lengskens zijn brevier minder complee­t worden. Er is maar een probleem: het verhuizen. Langs de BIRMA spoorweg komt dat herhaaldelijk voor. De pater en dominee MAK dragen dan samen het meeneem-reis-altaar met de paramenten van de priester van kamp naar kamp. Een krijgsgevangen kampbewoner heeft dit tafereel op toilet­papier weergege­ven. Wij vonden het onlangs in KAP & KOORD, een periodiek van de Capucijnen met als onder­schrift: WAS DIE PATER TOCH MAAR PROTESTANT!! Die pater was EZECHIEL VER­GEEST, geboortig van Beers. Uit onze regio. (Hw.) (wordt vervolgd)

bronnen: KAP en Koord, OFM.cap.
BS gem. Mill.
doopboeken Widenheem-collectie WHC.
Streekarchief LVC.Grave.
archief Berchmanianum Nijmegen.
datum: 14 juli 2008
tekst: h e n k v a n d e w e e m .
bijlage: fotocopie tijdschr. OFM.cap.

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

VAN EEN TESTAMENT EN DE STERFDAG VAN EEN MISSIO­NARIS 1817/1917


Het portret van de missionaris Lambert Princen, dat wij U in de vorige aflevering lieten zien, was niet overtuigend. Met zo'n haar­dracht en andere uiterlijkheden is de figuur primi­tief uitge­beeld. Pater Dr.H­uub Boelaars schrijft erbij, dat dit het enige overblijfsel is uit de eerste dagen van de Missie in Neder­lands-Indie. Tevens het bewijs, dat er verder geen por­tret be­staat van onze Jacob Nelissen.

OVERLIJDEN Mgr.NELISSEN
Op 6 december 1817 overlijdt te Batavia Mgr.Jac.Nelissen. In de BATAVIASCHE COURANT VAN 13 december kan men de volgen­de advertentie lezen: "Heden overleed in het 66ste jaar zijns ouder­doms den Hoogeerwaarden Heer Jacobus Nelissen, geboren te Mill, 3 october 1752, in leven PRAEFECTUS APOSTOLI­CUS en Pastoor der R.K. Gemeente alhier. Een longtering maakte een einde aan zijn Godvrugtig en nederig leven". Batavia, den 6den december 1817. Pater P.Wedding.
En een gelovig redac­teur van de Courant voegt daaraan toe: "Tenvolle verdient hij den dank der nakomelingschap als de grondlegger der nieuwe Missie, die zijn kinderlijke liefde voor Maria toonde door van den beginne af de gehele Missie vertrouwvol te stellen onder de machtige schutse o
nzer H.Moe­der Maria". Bij wettig testa­ment had hij alle bezit­tingen, grond, kerk en pastorie, welke vanaf den be­ginne op zijn naam stonden aan de parochie van Batavia geschonken.

VOORTREKKER en OPVOLGERS
Wij laten U dit allemaal weten, opdat er nog eens een weten­schaps-man komt, die professioneel de eerste symptonen van de stichting van een Missie op Java gaat onderzoeken. Met als voortrekker Jacob Nelissen uit Mill. Tenslotte waren zijn helpers volkomen vreemden voor hem en voor elkaar. Lambert Princen, geboortig van Borne was kapelaan van de H.Kruisparo­chie Raalte in Overijssel. Zijn uitzending was namens de bisschop van Utrecht geregeld door de aartspriester Nico­laas PAS, tevens pastoor van de paro­chie Raalte. Pater Wedding kwam van Amsterdam en Henricus Waanders was geboortig van Anker­veen. Tot welke religieuze orden zij behoorden is niet bekend. Pater Arnold van der Velden sj. schrijft hierover in het Nedelands biogra­fisch woordenboek dl.2 uitg. 1912. Ook in de INDISCHE NAVORSER van 1989, welke de volkstelling op Java uit 1813 publiceert komt de naam voor van pastoor Nelissen. Zijn adres is dan: PASSAR SNIN bij Weltevreden, van beroep Roomsch Catholijk priester.

ARCHIVALIA
Enig speurwerk in het Streekarchief van Grave le­vert het volgende resultaat op: 1917 Tussen de be­richten door over de krijgsverrichtigen van de GROOTE OORLOG 1914-18 publiceert de Graafse Cou­rant een verhaal van Pater Andreas, capucijn en missonaris van Borneo. Zulks naar aanlei­ding van het feit, dat Jacob Nelissen 100 jaar geleden is overleden. Met prachtige volzinnen en veel superla­tieven, wijdt hij dit centinaire in. Het klinkt voor deze tijd wereld­vreemd, als de pater van leer trekt, niet tegen het godde­loos communisme, maar tegen de verfoeilijke VRIJMETSELARIJ. Het is bekend, dat door de vrij­metselarij de eerste con­flicten met het burgerlijk be­stuur zijn ontstaan. De missionaris­sen hadden, ingegeven door Rome, gedreigd met uitsluiting en excommunica­tie. Het communisme was in 1917 nog nauwe­lijks bekend in onze regio. Direct daarop volgt de aankondi­ging, dat Pater Deside­rius, capucijn en oud-mis­sionaris van Sumatra een lezing met VER­TOON­ING VAN LICHT­BEEL­DEN zal geven op 6 november 1917 in het patro­naat te Mill, daarbij gesteund door de bloeiende fanfare Edel­weis, die met enkele nummers dit evenement zal omlijsten. De pater besluit zijn artikel als volgt: Het dorp Mill mag trots zijn op zo'n edel priester, vurig apostel van de kerk. Doch niet alleen deze parochie maar geheel katholiek Nederland mag delen in de eer, omdat een zijner zonen werd uitverkoren om de grondlegger te worden van een eigen Missie in de eigen kolo­nien, die nu al 100 jaar van de vruchten hebben geplukt van hetgeen hij ge­plant en gezaaid heeft. (Hw.) wordt vervolgd.

bronnen: 1.) Berchmanianum archief SJ. Nijmegen
2.) geschiedenis Parochie H.Kruisverheffing Raalte
3.) streek-couranten Archief Grave
4.) vriendelijke mededelingen Capucijnen Velp

tekst: h e n k v a n d e w e e m
mmv. Inge van de Weem Westervoort
datum: 6 juni 2008.
bijgaande afbeeldingen: kerk en kathedraal van Batavia anno 1810 en 1892

E-mail vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com

VAN PIONIERS, INDISCHE ARCHIPEL EN ONWETTIGE KINDEREN AD.1808


Het gaat nog steeds over Mgr.Nelissen en zijn trouwe metge­zel Lambert Princen. "Na 8 maanden op zee komen beide pioniers op 4 april 1808 te Batavia aan. Zij treffen er een klein groepje katho­lieken-van-huis-uit, voornamelijk soldaten van het leger. In mei van dat jaar krijgen ze een oude kazer­ne­loods van bamboe in de voorstad Weltevreden, die als kerk­ruim­te wordt ingericht en een woonhuis als pastorie. De "STATIE BATAVIA" was geopend" : aldus pater-capu­cijn Dr.Huub Boelaers in zijn proefschrift INDONE­SIANISA­TI dd. 1 novem­ber 1991. Hierin behandelt hij het omvor­mings­proces van de Katholieke kerk in Indonesie tot Indonesi­sche Katholieke kerk.

"RADICAAL"
Uitvoerig gaat Boelaers in op de beginfa­se, geleid door onze Jacob Nelis­sen. Daarbij vertelt hij ook, dat beide initi­atief­nemers een zoge­naamd "radicaal" kregen aangeme­ten. Bij konink­lijk besluit van 9 maart 1807, werd in dit document bepaald, dat de begun­stiger in overheids­dienst was. Ze ontvin­gen een jaarwedde en waren dus staatsamb­tenaren. Nelis­sen en Princen waren er blij mee, want ook alle dienstreizen werden vergoed, op gelij­ke schaal als de protes­tantse domi­nees. Onze Vier­lingsbeekse pastoor, geboortig van Mill, ging als Aposto­lisch Prefect (d.i. MISSIE-BISSCHOP) in functie in genoemde STATIE. De nieuwe prefectuur BATAVIA zou niet alleen Java maar de gehele archipel, 25 miljoen inwo­ners, omvatten. Mille­naren, laat dit kleine uniek en waardevol stukje HISTORIE eens even tot U doordringen!!

In het rijksar­chief in den Haag hebben wij dit Koninklijk Besluit in handen gehad. In verband met de houd­baarheid van het handschrift mochten wij geen copieen maken. De onderteke­ning LOUIS is authentiek. Koning Lodewijk Napoleon garandeert vrijheid van gods­dienst voor alle gezindten. Ook van de gou­verneur Mr.Her­man Willem D­aen­dels, welke op dat moment regeer­de in de archi­pel, genoten zij een bijzon­dere bescherming. Later zal Koning Willem I aan het radicaal de voorwaarde verbinden (..) dat de vrije uitoe­fening van gods­dienst geen gevaar mag opleveren voor de rust en de openbare orde. Ze komen er spoedig achter, dat ze dan wel moeten dansen naar de pijpen van het burgerlijk gezag. Maar toen hadden ze hun kerkje al toegewijd aan de patroonheilige St.Ludovicus. De pastorie krijgen ze cadeau van de chirurgijn An­smuss, de lijfarts van de gouverneur. Gelukkig is ter plaatse de Katho­lieke godsdienst, ondanks alle maatre­ge­len van de REFORMATIE, in de kern bewaard gebleven.

KERK TE KLEIN ...!
Trouwe gelovigen komen danook in bescheiden aantal­len naar de gods­dienstoefenin­gen, zodat hun kerkje al gauw te klein wordt. De protestanten helpen onze prefect Jacob en geven hem een meer passende kapel op Pasar Senen, het centrum van een kleine stad. Zij staan dit stenen gebouw met enke­le "roeden gronds" voor de katholieke eredienst "om niet" af. In een volgende aflevering zullen we zien, hoe ze elkaar vele jaren later opnieuw nodig heb­ben.

1809 2de en 3de STATIE.
Onze missiepioniers gaan voortvarend te werk. In Semarang op Java wordt al gauw een 2de statie opgericht. Lambert Princen, zie bijgaand portret, wordt daar als pastoor gestationeerd en doet direct al met Kerst­mis 1809 een eerste Eucharistievie­ring. Met de protes­tanten maken zij beurtelings gebruik van het bestaande gere­for­meerde kerk­je. De toe­stand van SAMEN-OP-WEG in dit gebouw duurt voort tot eind 1824. Pastoor Princen stichtte hier een weeshuis, dat volgens de Missie-Annalen van 1912 in het K.D.C. van Nijmegen in die tijd nog bestond. Wan­neer in 1809 Neder­land opnieuw 2 pries­ters uit­zendt, gaat in Soerabaja een derde statie (parochie) van start. Deze nieuwe pioniers zijn de eerwaarde heren Philippus Wedding en Henri­cus Waan­ders. Waan­ders begint onder leiding van Mgr.Ne­lis­sen te werken aan de zielzorg in Soera­baja en wordt daar pastoor. Wedding gaat de Apostolisch Prefect Nelissen assisteren, welke langzaam op-leeftijd begint te geraken. In enkele jaren tijd zijn er 3 paro­chies ontstaan, welke elk een gebied beslaan groter dan Nederland. Helaas zijn er maar weinig cijfers bekend, Semarang telt in 1812 ongev­eer 1000 gelovigen, waarvan de helft enkele malen per jaar ter kerke gaat. 75% van alle doopsels in de periode 1809/1812 is van onwettige kinderen. (wordt vervolgd)

bronnen: in editie genoemd
datum : 10 mei 2008
tekst : Henk van de Weem
mmv. Misha & Tiane Tilanus Nijmegen.

E-mail: vriendenkringmyllesheem@hotmail.com
www.vriendenkringvanmyllesheem.blogspot.com