maandag 15 april 2013

DIE 5 DAGEN IN MEI 1940 (10 tot 15 mei 1940)


13/4-2013


…... een TV-reeks, die 2de paasdag begon als 1ste van 5 afleveringen. Ik wil proberen deze te volgen. Mijn ervaringen en mijn mijmeringen beschrijf ik hieronder. Ik was 5 jaar op 10 mei 1940.
---- ( ben benieuwd of Mill ook aan bod komt ……? )

INLEIDING
….. onze Pa had samen met zijn broer, Oomjanus, een aannemers en timmerbedrijf, gevestigd aan de hoogveldscheweg.  Waarom ik zo duidelijk, de hoogveldscheweg noem, heeft de volgende oorzaak.

Op de evacuatie-regels door de overheid opgesteld, stond Piet van de Weem vermeld, behalve als leider van de hoogveld-aanwonenden ook als verantwoordelijk voor de evacuatie van het Liefdesgesticht. Dat was het klooster met ca. 15 nonnen, een aantal gehandicapten en een aantal ouden van dagen. Nou was mijn Pa geen onbekende voor de zusters, die buiten het klooster ook nog 2 scholen bedienden. Voor de timmerman was daarvoor altijd wel ergens werk. De zusters beschouwden hem als ‘eerst aanwezend’ hulpverlener !

EVACUATIE
         Het zal aan de graad van betrouwbaarheid hebben gelegen. Maar ‘goed over nagedacht’ had de opperste leiding van een mogelijke op handen zijnde evacuatie, daarover in elk geval niet. Zeker niet bij een snelle reactie !
Aldus fietste Pa op die 10de mei, nadat hij de hoogveld-gezinnen had aangezegd zich gereed te maken voor de vlucht naar Wanroy, richting Verstraatenlaan naar het Klooster. Bij grossier Verbruggen  vlogen de kogels door de oranjeboomstraat. De Duitsers hadden al vanaf de kerktoren een vaste positie ingenomen en schoten met een mitrailleur op alles wat zich in de straten bewoog.
Als ik die muur bij Dr. Arntz maar kan bereiken, dacht Pa, dan heb ik dekking en kan ik ongeziens bij het oudemannenhuis komen. Gelukkig redde Dr.Arntz de penibele situatie van Piet van de Weem. Hij riep door een openstaand raam:  “Waar ga je naar toe, Van de Weem ?”  Ik moet naar het klooster, de zusters gaan helpen. “Die zijn juist vertrokken met de ouden van dagen !  De brandweer heeft ze naar Wanroy gebracht “ . Pak van Pa’s hart ! Telefonisch verkeer bestond in die spannende uren alleen tussen, gemeente (evacuatie-leider wethouder A.W.van Hout ), pastoor Rath,  Dr.Arntz en burgemeester Van Nispen ( aan de overzijde van het defensiekanaal ).

HULP
        Ondertussen was ook Marie van Oombert uit de schoolstraat via d’n huppelpad naar ons  toe gekomen, vooral om te helpen. “Tantedora, ons Moeder, zal het wel druk hebben mi-al-die-klenkiender” zal Tantenes wel gezegd hebben !

Gepakt en gezakt vertrok tegen elven het hoogveld gezamenlijk.  Wel had Pa nog even zijn buitenmodels uniform van de achterste zolder gehaald en in de beerput laten zakken. De Duitsers moesten eens denken, dat hij gedeserteerd was.
Van die tocht kan ik me nog herinneren, dat in de Koksebeek 3 militairen stonden, dat er geschoten werd en dat de middelste omviel. Ik weet niet meer of het Hollandse, dan wel Duitse soldaten waren. Ons Moeder was met de tweeling in een kinderwagen, ons Mientje rechtop zittend, Annie en ik elk een stang vasthoudend lopend naar Wanroy.  De jongens van Oomjanus trokken de handkar met hult en bult. Onze Pa en Drien van Oomjan, onze hulp, gingen met de fiets;  ook Tantekee reed mee, allemaal pummelke achterop. Ze liepen meer naast de fiets, dan dat ze trapten;  overal vandaan werd geschoten. De vlucht naar Wanroy was een bange barre tocht.

Net voor Wanroy explodeerde de banden rond de bomen.  Alle naast de Millscheweg staande bomen kwamen dwars te liggen. Opdracht van het Militair gezag, ons leger! We werden gedwongen via een karrenspoor onze weg richting Wanroy te vervolgen.

Even voor het autobusbedrijf van Pijnappels brak, tot overmaat van ramp, ook nog een burrie van het handwagentje.  Hult en bult werden overgeladen op de paard & wagen van Toon van Vorst. Die was al druk bezet en bevolkt met kinderen en de noodgoederen van verschillende hoogveldse families en …. met Had de Klein, die met leunstoel (proast!) compleet , zoals ze in huis zat, op de platte wagen was getild.

VLUCHTOORD WANROY
       Bij cafe Centen, Koos Centen was een collega-aannemer, waar onze Pa een onderkomen meende te vinden was het een drukte van belang. Ik herinner me nog, dat onze tweeling op een dekentje onder het biljart lag te krijsen en daar ook gevoed werden. Voor de Van de Weem’s  was in deze herberg geen plek. Gelukkig kende mijn Pa veel mensen en veel boerderijen in de omgeving. Daarom klopte hij aan bij Jan Nabuurs aan de peelstraat. Daar konden wij terecht , op stal. Ons Moeder kreeg een slaapkamertje (opkamer voor Va & Mo en 3 kleine kindertjes). Oomjan met de gezinnen van de royendijk was al eerder gearriveerd, maar verkoos een verblijf op Berk & Bos, een boerderij, een eindje verderop . In de schuur van de boerderij zat de familie van Sambeek  van het molengat. Het was een drukte van jewelste.  Ondertussen ging de oorlog verder. De moffen konden zomaar niet door de stellingen van onze militairen komen en ook de gekantelde pantsertrein lag in de weg, reserve aanvoer was niet mogelijk. Er kwam vliegtuiggeweld aan te pas, stuka’s  jankte door de lucht en er vielen bommen op de stellingen, de loopgraven, aan de overzijde van het kanaal.

In Wanroy werden schuilkelders ingericht. Bij Jan Nabuurs hadden wij het makkelijk. Onder een betonnen brug over een droge sloot was een prima oplossing. Als het echt spannend ging worden konden we daaronder met zijn allen veilig onze beschutting vinden.

( 2de aflevering volgt )





bijlage: kaartje met aangegeven route hoogveld-Mill  > peelstraat- Wanroy



henk van de weem
mill/wijchen, 13/4-13