Beetje historie ……. op gevaar af te worden weggehoond, willen we het toch hebben over St.Willibrord.
Toen Marietje Kremers nog raadslid was, brak ze in 1990 op de valreep van een van haar laatste vergaderingen een lans voor deze patroonheilige van zoveel verenigingen, instellingen en instanties in Mill. 1990 evenals 1995 was een Willibrordusjaar. Alle gemeenten in Nederland, die met deze patroon te maken hebben zijn door een commissie uit Utrecht aangeschreven. Naar aanleiding hiervan zijn destijds en-petit-comite bestuurders van een aantal instanties en verenigingen, w.o. Myllesheeem bijeengeweest. Helaas zijn toen alle afspraken, door onbekende oorzaak in het ongerede geraakt en is het Willibrord-jaar zo goed als onopgemerkt verstreken.
Als eerste had mevrouw Wil Rooyakkers van de Willibrord-apotheek reeds haar medewerking aan bepaalde activiteiten toegezegd.
Hoe komt Mill aan zijn Willibrordus ?
Wij schrijven het jaar 1227, ongeveer 100 jaar na de stichting van de Abdij Marienweerd (1128) en 100 jaar voor de oprichting van de Parochie Mill (anno 1326). Uit het jaar 1227 stamt een belangrijk document, waarvan een afschrift is vervat in het Cartularium , het archief van Marienweerd. Hierin worden percelen grond aangegeven, die in Mill liggen en toebehoren aan de Abdij van Echternach in Luxemburg. Dit is de Abdij, die Willibrord eind 7de eeuw stichtte en waar hij na zijn dood is begraven. Waarschijnlijk heeft Willibrord deze landgoederen gekregen, toen hij rond 700 in onze regio missioneerde. Feit is, dat hij in zijn calendarium, het goed Pussela noemt bij andere goederen in onze regio. Pussela zou de verbastering kunnen zijn van de Hof Pisla in Mill, waar in 1156 de paters van Marienweerd toestemming kregen zich te vestigen, de heilige oliƫn te wijden en de overledenen te mogen begraven.
De acte van 1227 is belangrijk, omdat dan pas de goederen officieel worden overgedragen. Abt Bartholomeus van Echternach bevestigt hierin de overdracht aan Marienweerd, onder voorbehoud van het vruchtgebruik van een zekere Alhardus Albertzoon. Hij noemt verder als getuigen: de Heer van Batenburg en Theodorus, Graaf van Megen, voorts de priesters, Walter, deken van Cuijk en diens broeder Alexander. En of dat nog niet voldoende is, maakt hij ook nog melding van de namen van de paters Bertram & Rudolf van de Abdij Rinderen (bij Kleef Dld.), die in die tijd de administratie, inning van cijnzen enz… voor Echternach verzorgden. Op bijgaande foto ziet U het beeld van St. Willibrord, dat pastoor Maas (+1994) in 1958 kocht uit de parochiebijdragen bij gelegenheid van zijn 25-jarig priesterjubileum. (wordt vervolgd)
Henk van de Weem
bronnen:
- cartularium Marienweerd Fremery (1890)
- dr. Bas van Bavel: goederenbezit Marienweerd (1993)
- publicaties Marienweerd: Henk van de Weem (1995)