….. mijn eerste artikel ging over 10 mei 1940, dat was op een vrijdag. Vrijdagmiddag en zaterdags waren de Duitsers
door de stellingen gebroken en gingen in marscolonne richting Vesting
Holland. Duizenden soldaten en
materieel passeerden De Meeren, Langenboom, Zeeland, op naar de Bosschebaan.
INTERMEZZO
Soldaat Arie Bontenbal, ingekwartierd op het hoogveld, stond op 10 mei met zijn eenheid op wacht op een plek tussen Haps en Rijkevoort. Toen hij de trein en veel geschut hoorde trok hij zich ijlings terug op de stellingen, waar hij oorspronkelijk vandaan kwam : de loopgraven in de buurt van de Oude Kapel. Voordat de brug en andere toegangen over het defentiekanaal waren geblokkeerd kon hij nog net overkomen.
Soldaat Arie Bontenbal, ingekwartierd op het hoogveld, stond op 10 mei met zijn eenheid op wacht op een plek tussen Haps en Rijkevoort. Toen hij de trein en veel geschut hoorde trok hij zich ijlings terug op de stellingen, waar hij oorspronkelijk vandaan kwam : de loopgraven in de buurt van de Oude Kapel. Voordat de brug en andere toegangen over het defentiekanaal waren geblokkeerd kon hij nog net overkomen.
Vanuit de stellingen zag hij overal vijanden met dreigende
gezichten onder vreselijke helmen om zich heen. Zelf had hij nooit veel waarde
gehecht aan een aanval van de Duitsers.
Maar nu wist hij dat het menens was !
Hij en ook zijn makker naast hem schoten op alles, waarvan ze dachten,
dat het de vijand was. Tegen zijn maat zei hij:
“we moeten ons identiteit-boekje nog invullen”. Hij stiet hem aan, maar het hoefde al niet
meer, zijn makker was al gesneuveld. Hen
werd medegedeeld zo langzaam mogelijk via de stellingen terug te trekken. Dat
was al de order vanaf vrijdagmiddag na het bombardement van de Duitse
luchtmacht.
Alleen de jongens van Tongelaar zijn helaas niet
gewaarschuwd en zijn in hun kazemat door de vijand verrast. Een handgranaat
maakte een eind aan hun leven. Een soldaat kreeg nog de kans, voordat hij
stierf, op een kaart uit het kaartspel te schrijven “ik ben katholiek”.
Terwijl die grosze armee in marscolonne voorbij trok, hielden Bontebal en zijn eenheid zich schuil in een van de bosjes aan de Langenboomseweg. Uit die angstige situatie hebben zij zich de volgende dag, zaterdag 11 mei, zelf bevrijd door zich over te geven. Met een handdoek, gebonden aan het geweer, liep Arie Bontenbal de Duitsers tegemoet.
Terwijl die grosze armee in marscolonne voorbij trok, hielden Bontebal en zijn eenheid zich schuil in een van de bosjes aan de Langenboomseweg. Uit die angstige situatie hebben zij zich de volgende dag, zaterdag 11 mei, zelf bevrijd door zich over te geven. Met een handdoek, gebonden aan het geweer, liep Arie Bontenbal de Duitsers tegemoet.
Prompt werden ze bij Hannes Geurts tegen een muur geplaatst
, er werd een executiepeloton geformeerd.
De moffen wilden hen zonder pardon neerschieten,
omdat ze meenden in de nacht door partizanen te zijn beschoten. Gelukkig kwam
een officier tussenbeiden en gelaste de executie af. Als krijgsgevangenen zijn
ze toen naar de kerk gebracht, waar nog meer mensen waren opgesloten. Vandaar uit
ging het op pinksterzondag lopend naar Duitsland. In de kerk zaten ook een
aantal particulieren, die geweigerd hadden naar Wanroy te vluchten.
VERSTEKELINGEN
O.a. Harrie van Vorst en smid Jan van Rossum bleven in Mill. Ze hielden zich verborgen in de kelder onder de smederij aan de Karstraat. Angstige uren; zeker toen de Duitsers ook daar controleerden. 2 Stapels fietsbanden bleken later hun redding!
Janus en Piet Ermers en ook Thijs Arts werden vrijdag opgespoord, naar de kerk gebracht en ook zij gingen in looppas naar Duitsland.
O.a. Harrie van Vorst en smid Jan van Rossum bleven in Mill. Ze hielden zich verborgen in de kelder onder de smederij aan de Karstraat. Angstige uren; zeker toen de Duitsers ook daar controleerden. 2 Stapels fietsbanden bleken later hun redding!
Janus en Piet Ermers en ook Thijs Arts werden vrijdag opgespoord, naar de kerk gebracht en ook zij gingen in looppas naar Duitsland.
In die 2 dagen, vertelt Eppo Brongers zijn er in Nederland
MEER mensen gesneuveld dan in dezelfde tijd tijdens de invasie in de Normandiƫ.
Alleen al in Mill, overleden tengevolge van het oorlogsgeweld in de eerste
dagen 16 burgers 31 militairen en misschien wel 260 Duitsers. Volgens
ooggetuigen lagen aan de hoek Domeinenstraat – Langenboomseweg stapels lijken.
De afvoer door de intendance kwam na de aanval direct opgang. Daarvoor bestond een aparte
organisatie om het moreel in stand te houden en zo min mogelijk opzien te
baren.
WANROY
Zaterdag 11 mei 1940. Mill werd nog niet direct vrijgegeven. “Heel Mill staat in brand” riepen sommigen, die stiekem per fiets langs sluipwegen waren gaan kijken. Natuurlijk maakte de Houtfabriek van Van Hout veel rook en ook de 58 boerderijen, huizen en nasmeulende restanten in de Meeren gaven een trieste aanblik.
Bij Jan Nabuurs in
Wanroy, mochten wij helpen met veevoeren. Ik kan me nog herinneren, dat we spelletjes deden
om de boerderij, dat heten toen ‘buisje vertrekken’ . Verstoppertje spelen.
Tiny van Oomjanus had een knopspeldje gevonden op stal en deed met Bert, zijn
broer, duum-of-pink. Harrie van Oomjan
werd vanuit Berk en Bos op informatie uitgestuurd. Cor mocht mee, achterop de fiets.
Tenslotte was zijn zusje onze hulp bij Tantedoor. En Oomjan en Tantedrieka
wilden graag weten hoe de vlag er bij Jan Nabuurs bijhing. Bij Jan Nabuurs was
in huis een zoon Egbert, een priesterstudent, die in mei zou worden gewijd. Hij
was op 10 mei thuis met vakantie. Dat jaar is die wijding niet doorgegaan. Ik
heb later vernomen, dat deze geestelijke Nabuurs in Bergeijk als pastoor goed heeft voldaan.
PINKSTERZONDAG
……. mochten we gelukkig weer vertrekken, naar huis. Hult & bult werden op de platte wagen van Toon van Vorst geladen; ook wij allemaal en ook …… Had de Klein. Ik kan me nog de reuk van de kruitdampen herinneren. Op dit moment nog ruik ik d’n-tiende-mei, als ik bij de schietbaan in Mill voorbij kom!
……. mochten we gelukkig weer vertrekken, naar huis. Hult & bult werden op de platte wagen van Toon van Vorst geladen; ook wij allemaal en ook …… Had de Klein. Ik kan me nog de reuk van de kruitdampen herinneren. Op dit moment nog ruik ik d’n-tiende-mei, als ik bij de schietbaan in Mill voorbij kom!
Jan van der Burgt, buurjongen van 6 jaar riep tegen elke
soldaat : rotmof en solimaleikum. Tot Toon van Vorst na vele waarschuwingen hem
om de oren sloeg. Vanaf dat moment zette Jan het op een brullen,
(huilen!). Toon stopte niet, de tocht
verliep in gezwinde pas, ook als iemand riep ‘ik moet klateren ‘ zei Toon “pies-mar-in-oe-boks”
.
Ons huis was er nog, veel kogelgaten, de deur stond nog open, mijn blokkendoos lag op tafel en de stoel onder de boom kon weer naar binnen. Er was tijdens onze afwezigheid niemand in huis geweest ! Alleen ons hondje, Juulleke, is nooit teruggekomen. Oorlogsslachtoffer!
TERUGKEER
Na verloop van tijd kwamen alle mensen uit de parochie Mill, weggevoerde burgers en krijgsgevangenen ongedeerd terug. Veel trieste verhalen, armoede en honger ten spijt !
Hoewel het vijandelijk gezag het verbood, liet het kerkbestuur in de kerk een herinnerings-plaquette aanbrengen REDIS et REDIBUS …… GIJ ZULT GAAN EN GIJ ZULT WEDERKEREN, NOOIT ZULT GIJ IN OORLOG OMKOMEN ! In die tijd is er veel gebeden.
Na verloop van tijd kwamen alle mensen uit de parochie Mill, weggevoerde burgers en krijgsgevangenen ongedeerd terug. Veel trieste verhalen, armoede en honger ten spijt !
Hoewel het vijandelijk gezag het verbood, liet het kerkbestuur in de kerk een herinnerings-plaquette aanbrengen REDIS et REDIBUS …… GIJ ZULT GAAN EN GIJ ZULT WEDERKEREN, NOOIT ZULT GIJ IN OORLOG OMKOMEN ! In die tijd is er veel gebeden.
Mill/wijchen, 22 april 2013
henk van de weem
henk van de weem